• Nederlands
  • English
  • Deutsch

Een boottochtje

Dat niet alles gaat zoals vantevoren gepland was, mag blijken uit het volgende verhaal.

Deze keer waren de feestelijkheden gesitueerd op een boot, welke het IJsselmeer zou opvaren. Ik was uitgezonden om de gasten van de reis te verwelkomen bij de loopplank, welke vanuit het schip naar de kade liep. Op een gegeven moment riep de ceremoniemeester mij en ik loop de plank op en ga aan boord, naar binnen, trap af en beland in het ruim. In vroeger dagen had hier de lading een plaats gekregen, nu wemelde het er van feestgangers. Of ik hier even een stukje wilde spelen. Geen probleem. Ik speel een stukje en zal mijn volgende riedel inzetten, als mijn landrotbenen merken dat het schip wat meer is gaan schommelen. Ik raak licht in paniek. Niet zozeer vanwege een eventuele 'zeeziekte', maar vanwege een donkerbruin vermoeden dat we varen. Goed, daar ís een schip ook voor, zult u zeggen, maar het was niet mijn bedoeling om mee te gaan varen. Ik had ook nog andere afspraken.

Bij navraag aan het personeel blijkt mijn vermoeden gegrond te zijn. We varen inderdaad. Ik leg de situatie uit. De omstanders luisteren en gniffelen wat luidruchtig. Ze kijken mij wat meewarig aan. Já, zij kennen mijn vrouw niet! Afijn, op een gegeven moment komt er iemand naar mij toe met de mededeling dat de loopplank uitligt. Ik neem afscheid van de feestgangers, het personeel en van een knorrige kapitein en spring aan wal. Er rest mij een wandeling van zo'n anderhalve kilometer terug langs de kade. Mijn koffer staat er nog. De auto ook, maar díé stond dan ook op slot.