Je hebt ze d'r bij!
Je hebt ze d'r bij!
Mijn optredens spelen zich ALTIJD af ter gelegenheid van feesten. Ik word wel eens gevraagd om een begrafenis of crematie op te luisteren, maar dat weiger ik categorisch. Een goede kennis van mij hier in Groningen doet dat met gepast 'plezier' en heeft zich er enigszins in gespecialiseerd. Ik houd niet van die droefenis; het komt te dicht bij me. Feesten dus! En wat voor feesten. Sommige zijn gewoon lekker rustig en intiem, andere zijn wat uitgebreider en luidruchtiger. Het is vaak ook afhankelijk van het onderwerp en de reden van het feest. Soms heb je ook 'feesten' waar je, achteraf gezien, eigenlijk liever niet bij betrokken was geweest. En zoals de volkswijsheid voorschrijft: achteraf kijk je een koe in z'n gat.
Ma wordt 60: reden voor een feest. De familie, m.n. kinderen en kleinkinderen, regelt een feest voor de jarige. Ik word daar ook voor gevraagd. Datum en tijd worden genoteerd en op de bewuste dag spoed ik mij heenwaarts, teneinde het feest gepaste luister bij te zetten. Aangekomen op het adres rijzen bij mij wel wat vragen, zoals van: zou moeder nou wel écht van doedelzakmuziek houden? De buurt ademde namelijk een volstrekt andere sfeer, een sfeer waarbij André Hazes zeker en beter op zijn plek zou zijn geweest. Ook zogenaamde piraten zouden hier helemaal niet hebben misstaan. Voortuintjes welke, door gebruik als zodanig, waren omgetoverd tot parkeerplaats. En dat niet alleen voor auto's, maar ook voor fietsen welke in enkele gevallen horizontaal gestald waren. En voor de kinderen veel en grote plastic speelattributen en zandbakken, alle in verbleekte primaire kleuren. Ook zie ik een heuse hondenkennel. De in de vensterbanken uitgestalde meuk deed het ergste vermoeden, het waren zéker geen planten. Althans geen lévende planten. Plastic zo te zien. Hoef je geen water te geven. Wel regelmatig even afstoffen. Ook veel voetbalgerelateerde zaken hangen voor de ramen. Zie hier het decor van mijn aanstaande prestatie. Een straatje (of wat) verderop gebruik ik om in te spelen. Al vrij vlot krioelt het om mij heen van kinderen die naar mijn mening al lang en breed in bed hadden moeten liggen. Lawaaiërige kinderen vooral. En dito volwassenen. Zakjes shag in de hand, vaardig een 'peuk' draaiend en een blikje bier van een goedkope Duitse grutter in de zak. Waar was ik in vredesnaam beland?
Op een gegeven moment acht ik mijn instrument voldoende ingespeeld en gestemd, hij zou hopelijk nog wel een beetje bijtrekken, en ik begeef mij weer naar het afgesproken adres, vol goede moed en vooral dito hoop. Als ik mijn auto heb geparkeerd, valt het mij op dat een Volvo 940 van dik twintig jaren oud en een slordige 6 ton op de teller zo ongeveer de mooiste auto van de straat is. Er zitten in ieder geval geen deuken in en hij hangt ook niet met aluminiumkleurige 'duct tape' aan elkaar. Zoals afgesproken zou ik mij spelend naar het feestadres begeven om daar het, overigens gebruikelijke, afgesproken 'verrassingseffect' teweeg te brengen. Even een belletje plegen om te zorgen dat het feestvarken tijdig 'op scherp' zou komen te staan. Belletje dus, en nog een belletje en nog maar eens een belletje: er wordt niet opgenomen. Maar ik zie wel feest, dus ik begin gewoon en zie wel waar het schip strandt. Spelend loop ik naar het bewuste huis en ga, nog immer spelend, voor het grote raam staan. Van binnenuit staart een horde mensen mij verbaasd aan, mensen waarbij de geestelijke ontwikkeling het ogenschijnlijk al in een vroeg stadium had afgelegd tegen de lichamelijke ontwikkeling: wát een collectief overgewicht verdrong zich daar voor het raam. De moed zakte mij nu toch wel behoorlijk in de schoenen. Zou mijn contactpersoon dít nou echt hebben bedoeld? Na zo'n vijf minuten zo te hebben staan spelen voor dat raam besluit iemand om naar de voordeur te waggelen en die te openen. Ik denk binnengelaten te worden, maar weet eigenlijk ook gelijk wel beter, daar er op luide en snauwerige toon wordt gevraagd wat ik kom doen met die herrie. De bijbehorende grimas laat weinig aan duidelijkheid te wensen over en, tegen goed gebruik in, besluit ik onmiddellijk met spelen te stoppen, mede ingegeven omdat er aan mij getrokken wordt. Ik vertel het verhaal dat ik ben ingehuurd voor het feest en noem een naam, de naam van de persoon met wie ik contact had gehad. Die naam is bekend, maar de bijbehorende persoon is, hoewel wél aanwezig, nou níét bepaald aanspreekbaar. Alcohol. De deur dreigt in mijn gezicht te worden dicht gesmeten, maar als een ware Jehova's getuige steek ik fluks mijn voet 'tussen de deur'.
Ik zal u de verdere details besparen, te gênant om neer te pennen en zodoende wereldkundig te maken. In het kort is het er op neer gekomen dat ik krap de helft van mijn gebruikelijke tarief heb aangenomen (daar kon de man aan de deur volgens eigen zeggen wel twee weken elke dag met de hele buurt van barbekjoeën, maar zo te zien en vooral te ruiken dééd ie dat al elke dag) en mij weer huiswaarts heb begeven. Ik blij, héél blij. Ik paste in het decor als geroosterd zwijn op Chanoeka. Nee, dát was mijn feest niet. Iedereen heeft recht op zijn eigen feest en invulling daarvan, maar, nogmaals, dát was mijn feest niet. Echt niet.