Dat klinkt zo mooi over het water...
U voelt óók al nattigheid?Een promotiefeest was gepland ergens op een dag in augustus. De promovendus was een groot liefhebber van alles wat met Schotland had te maken en dat gold voor whisky in het bijzonder. Feest dus. En of ik ook zou willen komen spelen, teneinde het Schotse karakter wat meer te benadrukken. Geen probleem mijnerzijds.
Het paviljoen waar de feestelijkheden plaatsvonden was gelegen aan een soort meer, een heel grote vijver, welke een goede naam genoot bij de hengelsportvereniging. Deze hengelsportvereniging had haar thuisbasis uiteraard ook in de uitspanning voornoemd en het interieur daarvan bestond dan ook voor een groot deel uit hengelsport gerelateerde ornamenten: snoekekoppen op een plankje gespijkerd, bamboe hengels, dobbers en niet te vergeten de onvermijdelijke prijzenkast als bewijs van een actieve en florerende vereniging, een kast welke letterlijk uitpuilde van de gewonnen trofeeën. Zelfs een blinde kon er nauwelijks om heen, dat dit de uitverkoren stek was van menige hengelaar. Het visserslatijn zat tot in de porieën van de muur opgezogen.
Vandaag, een zwoele zomerdag zoals dat alleen in augustus kan zijn, echter, was dit etablisement het decor en onderkomen van een feest ter ere van een promovendus. Zo'n feest gaat gepaard met vele toespraken en snedige opmerkingen richting promovendus, regelmatig weggespoeld en aangelengd met alcoholische versnaperingen, resulterend in het alom bekende, alcoholhoudende studentiekoze gebral. De kersverse doctor laat het allemaal gedwee over zich heenkomen: het hoort er nou eenmaal bij.
Het plan was, dat ik rond de klok van middernacht met een bootje over het water richting feestgedruis zou komen, spelend op de doedelzak, want dat zou in de nacht zo mooi over het water klinken. Ik vind zoiets altijd best. Ik hou eigenlijk wel van dat soort beredeneerde creativiteit.
Het was rond half twaalf en ik had al ingespeeld toen ik iemand van het personeel aanschoot met het verzoek om de ceremoniemeester te verwittigen van mijn aanwezigheid en dat, wat mij betrof, de geplande actie in ganggezet zou kunnen worden. Maar wie er ook kwam, géén ceremoniemeester! Eh, die had naar beste en diepgewortelde studentiekoze traditie al veel te diep in het glaasje gekeken en lag ladderzat in een stoel in de hoek van het etablisement, met een emmer, een doek en een glas water binnen handbereik. Echter, zijn companen in het complot waren ook niet geheel meer aanspreekbaar en behoefden niet meer in staat te worden geacht nog enigszins coördinerend op te kunnen treden. Tja, dan wordt het improviseren. Maar ik kon toch moeilijk èn roeien èn doedelzakspelen. Aan elk van deze twee acties heb je op zich je handen al vol, dat valt dus niet te combineren.
Geen nood: de vriendin van de promo bleek een vaag idee te hebben omtrent de actie en aangezien zij ook in het roeien bekwaam was, ze was zelfs boordroeier geweest in een team van een acht-met-stuur, leek zij de uitgelezen kandidaat voor de positie van roeier. Daar gingen wij: lamp mee om vóór ons op de boot te zetten zodat we konden zien waar we waren, èn een lamp mee die ons zou verlichten tijdens te tocht, de boot in. Zij roeide en ik speelde.
Hora Est! Wij bereiken de steiger van het etablisement, alwaar de feestende meute zich reeds had verzameld op en rond de dukdalven, wat in niet geringe mate een verminderde kans gaf op een onvrijwillige duik in de vijver, en er werd stevig meegelald met de muziek. Een enkeling waagt zich aan een wat onzeker danspasje, een ander doet een verwoede poging om, staand op rand van de steiger, 'de geit te verstekken', kortom het was feest!
Er werd een loopplank uitgelegd naar het bootje en ik krijg een seintje dat alles veilig en zeker is, zodat ik met droge voeten, nog immer spelend, de steiger op kan. Echter, de roeister begaat een misse slag en de plank glijdt van de boot af, zodat ik plots tot aan mij knieën in het water kom te staan. Ook aan de kant van de steiger glijdt de plank weg en ik kom nog wat dieper in het water, maar nog steeds sta ik op die loopplank met zijn licht waarneembare, doch onstuitbare opwaartse kracht. Ik ben even gestopt met spelen teneinde mij het vege lijf te kunnen redden. Gelukkig strekt een tiental handen zich naar mij uit en word ik op het droge gehesen.
Natte, dikke wollen kousen en een dito kilt voelen niet prettig aan, bovendien heb ik plotseling ernstige zweetvoeten gekregen: soppe, soppe, sop. Nah! De hilariteit is er niet minder om en een groot gejoel gaat door de menigte van zo'n vijftig personen. Verder spelen? Nou, vooruit dan! Naar goed Schots gebruik wordt aan het eind van het feest het bekende 'Scotland the Brave' gespeeld, gevolgd door 'Auld lang syne'. Tijdens deze laatste dienen de feestgangers elkaar de hand te geven, waarbij de armen rechts over links gekruist zijn. Dat laatste is een verwijzing naar het feest ter afloop van een veldslag: de rechterhand is de hand waarmee men het zwaard hanteert en deze moet dus boven zijn. De linkerhand is het overwonnen zwaard en is dus onder. Leuk, hè? Die symboliek.
Het feest is over en ik tracht de afgesproken som gelds in ontvangst te nemen, echter de ceremoniemeester was nog immer verre van aanspreekbaar. Komt er iemand op het idee om eens in zijn binnenzak te voelen, want de persoon in kwestie genoot een groot aanzien daar waar het ging om het nakomen van gemaakte afspraken. Inderdaad bevond zich er een enveloppe in zijn binnenzak, voorzien van het opschrift 'Doedelzakker'. Ik heb alles voor lief genomen, kreeg een vette borrel (whisky uiteraard), een portie bitterballen en luidruchtige aandacht van dito feestgangers. Van het personeel kreeg ik een grote, grijze plastic zak om mijn natte spullen in te doen, zodat mijn auto niet ook doorweekt zou raken. Ik was blij dat het diep in de nacht was toen ik thuis kwam en ongezien half ontkleed van de auto naar de achterdeur kon komen.
M'n kilt heb ik laten stomen, de wollen kousen gewassen.